Voorschoten - Het zat Wim ter Keurs goed dwars toen hij in het afscheidsinterview dat wethouder Beimers aan het Leidsch Dagblad gaf, las over de komst van een afvalbrengstation in de Dobbewijk. In een ingezonden stuk reageert de Voorschotenaar en Dobbewijkbewoner:

In het Leidsch Dagblad van 9 december jl. stond een afscheidsinterview met oud-wethouder Beimers van Voorschoten. In het interview keek hij terug op zijn wethouderschap in drie verschillende gemeenten. Gevraagd naar de verschillen tussen Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Voorschoten, zei hij: “De mensen in Voorschoten zijn vriendelijk en aardig”. Ook als de interviewster hem confronteert met de protesterende inwoners van Voorschoten (bij de verkoop rond de Vlietzaal, de aanpak van de stationsomgeving en bij het plan voor een 'duurzaamheidscentrum' in de Dobbewijk), is zijn antwoord: “Toch blijven de inwoners van Voorschoten, op een enkeling na, netjes”.

Dat is leuk voor de inwoners van Voorschoten, maar daarna vervalt Beimers helaas in een paar ernstige denkfouten. Allereerst zegt hij: “Het lastige van besturen is dat je voor afwegingen staat”, waarna hij het heeft over “het algemeen belang”, dat boven “het groepsbelang” gaat en dat weer boven “het individuele belang”.

Daarna past hij dit onderscheid toe op de plannen voor een afvalscheidingsstation in de Dobbewijk. Hij noemt het (algemeen) “belang van de vestiging van een milieustation (…) groot, want zo wordt een betere scheiding van het afval mogelijk”, maar hij begrijpt ook “de zorg van de bewoners” van de Dobbewijk (het lagere belang), “maar ze moeten niet denken dat al het verkeer over de Donklaan rijdt. Het rijdt er keurig omheen".

Hier ontspoort Beimers helaas, omdat hij geen onderscheid maakt tussen het realiseren van een afvalscheidingsstation ergens (wat inderdaad het maatschappelijke nut kan hebben dat hij noemt) en het realiseren daarvan in een woonwijk vlak achter de woningen en vlak bij een kinderspeelplaats, terwijl er (ook volgens de gemeente zelf) geen deugdelijk en afgerond onderzoek naar alternatieven is gedaan.

Vervolgens maakt Beimers een tweede reeks van denkfouten. De Dobbewijkbewoners maken zich namelijk niet alleen zorgen over de verkeerseffecten die het afvalscheidingsstation zou hebben op de woonstraten in de wijk, maar ook over het afval dat er gebracht kan worden (grond, puin, hout, autobanden, asbest, chemisch afval enz.).

Maar niet alleen de bewoners, ook de bedrijven in de Dobbewijk maken zich zorgen over de plannen voor het afvalscheidingsstation, want al het verkeer dat daarnaartoe en daarvandaan rijdt zou - “keurig” om de woonstraten heen - gebruik moeten maken van de ‘rondrijroute’ waar alle bedrijven in de Dobbewijk aan gelegen zijn. Daar is die betrekkelijk smalle ‘rondrijroute’ echter helemaal niet op berekend. Dat zou de bedrijven in de Dobbewijk veel overlast bezorgen, maar wel degelijk ook leiden tot sluipverkeer door de woonstraten in de wijk.

Een geheel ander algemeen belang ziet Beimers helemaal over het hoofd. Dat is het belang dat burgers hebben bij een betrouwbare overheid die haar beloften nakomt en een zorgplicht voor haar burgers heeft. In de Dobbewijk zou het volgens de gemeente “comfortabel wonen” moeten zijn. Daar komt met de vestiging van een afvalscheidingsstation in de Dobbewijk echter niets van terecht. Zo komt het gemeentebestuur van Voorschoten zijn beloften aan zijn burgers niet na. Door de Dobbewijkers weg te zetten als mensen met (alleen maar) een groepsbelang schept Beimers dan ook een vals beeld.

Ondanks het feit dat Beimers ons achterlaat met deze onzalige plannen, wensen wij hem echter toch toe dat hij ten volle van zijn pensioen zal genieten.

Wim ter Keurs, Dobbewijkbewoner

Back To Top