Ons dorp is groen en kent veel sportverenigingen. Die verenigingen maken Voorschoten tot wat Voorschoten is. Bijna iedereen is zelf of heeft kinderen die lid zijn op een sportclub. Sporten is gezond en je leert er ook anderen kennen. Maar al die verenigingen moeten ook goede banen, velden en andere duurzame voorzieningen hebben. De afgelopen maanden heeft het CDA juist voor al die verenigingen extra aandacht gevraagd. En met succes.
Raadslid Mark van Oostrum benadrukt hoe belangrijk goede voorzieningen zijn vanuit zijn partij: “Als CDA vinden we verenigingen heel belangrijk. In ons verkiezingsprogramma zijn we er klip en klaar over. Het helpen van verenigingen, dat is een kerntaak van onze gemeente. Verenigingen moeten op onze gemeente kunnen bouwen..”  

Van Oostrum heeft daarom samen met zijn fractieleden nauwe banden met de verenigingen. “Met iedereen houden we korte lijntjes. Wij vinden het belangrijk om dichtbij de mensen te staan. We zijn bijvoorbeeld op werkbezoek geweest bij de atletiekvereniging en hebben intensief contact met de ijsclub.”

De partij wil dat het niet alleen bij praten alleen blijft: We willen graag een duurzame schaatsskeelerbaan bij de IJsclub. Daar moet echt concreet wat gebeuren. Dat is goed voor de wijk en Voorschotenaren. Bovenal ook goed voor een levendige vereniging. Eind juni is er dankzij het CDA afgesproken om meer geld vrij te maken voor sportaccommodaties. “ Wat hebben we nodig, bijvoorbeeld voor een nieuwe atletiekbaan? Hoeveel kost dat? Dat willen we weten en het college moet daarmee aan de slag.”, aldus Van Oostrum.

Voor al dat nieuws moet ook gespaard worden. Daarom is op initiatief van het CDA afgesproken dat er gespaard gaat worden voor de vervanging van sporthal de Vliethorst. “Voorschoten is uniek met haar vele verenigingen. Wij willen dat dat blijft en roepen het college op tot daadkracht. Samen gaat dat lukken. Dat is de kracht van onze gemeente. Het stond in ons verkiezingsprogramma en wij staan daar voor. Als CDA willen we daarmee samen met het college aan de slag”, zo benadrukt een strijdlustige Van Oostrum.
Back To Top