Regio - GroenLinks Zuid-Holland zal morgenochtend (woensdag 10 december) aan het begin van de vergadering van Provinciale Staten om uitstel vragen van de behandeling van het inpassingsplan voor de Rijnland Route. De partij vraagt om uitstel omdat het voorgestelde plan niet rijp is voor besluitvorming.
Het plan voldoet niet aan een aantal basale en dwingende voorwaarden die nodig zijn voor een dergelijk ingrijpend plan. Zo is naar de mening van GroenLinks niet voldaan aan het Besluit Ruimtelijke Ordening en zijn een aantal belangrijke beginselen uit de Algemene Wet Bestuursrecht niet goed nageleefd.
GroenLinks-Statenlid Alfred Blokhuizen licht toe: 'De regelgeving schrijft voor dat geheel inzichtelijk is of de weg op lange termijn kan worden gefinancierd. Dat moet voorafgaand aan de ter inzagelegging van de plannen zijn gedaan. Naar onze mening heeft het College van GS niet aan die dwingende voorwaarde voldaan omdat nu nog steeds niet duidelijk is wat de Rijnland Route nu precies gaat kosten.'
Verder zijn in de voorbereiding van het besluit het vertrouwensbeginsel, het motiveringsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel uit de Algemene Wet Bestuursrecht geschonden. Alfred Blokhuizen: 'De Provincie heeft diverse toezeggingen gedaan, o.a. over een aanvullende milieu effect rapportage en over de manier het gelijktijdig ter inzage leggen van verschillende delen van het plan, maar deze toezeggingen zijn niet nagekomen. Ook zijn bezwaren van burgers zonder motivering ter zijde geschoven en zijn er bewoners langs de route die pas na de inzage termijn te horen kregen dat hun woning gesloopt moet worden.'
Voordat er een deugdelijk besluit genomen kan worden over het inpassingsplan, moeten wat GroenLinks betreft eerst alle fouten uit de procedure worden gerepareerd. Daarom zal GroenLinks vragen om uitstel van het debat en de stemming. Alfred Blokhuizen: 'De overheid moet het goede voorbeeld geven door de eigen regels op een correcte manier uit te voeren. Op de manier hoe het nu gegaan is wordt het vertrouwen van de burgers in de overheid aangetast.'
