Foto : PR

“De bewoners van de Voorstraat vormen het hart en ziel van deze straat. Hoe belangrijk en waardevol de horeca-functie in de Voorstraat ook is, zij zijn vaak de gastheer en gastvrouw van Voorschoten. Dat mag ook best eens  een keer benadrukt worden. De functie van de Voorstraat als ontmoetingsplek van Voorschoten is duidelijk. Maar tegelijk is het gezellige dorpse karakter van de Voorstraat niet  goed voorstelbaar zonder de mensen die in deze straat wonen en leven. Het is daarom belangrijk dat er een goede balans blijft tussen wonen, werken en horeca”. Aldus raadslid Cees Bremmer  dezer dagen in de laatste bijeenkomst van de gemeenteraad vóór de zomervakantie.

Aanleiding tot het pleidooi van Cees Bremmer was een aanvraag voor een omgevingsvergunning aan de Voorstraat 44. En wel een verzoek om een uitbreiding van een horecafunctie en het toevoegen van twee woningen. De vraag lag voor of van de gemeenteraad  hiervoor een Verklaring van geen bedenkingen nodig zou zijn.

Hij vroeg wethouder Marcel Cramwinkel de gemeenteraad zorgvuldig te rapporteren over de voortgang van de vereiste verdere procedure. En ook om erg alert te zijn op eventuele vormen van hinderlijke overlast die de horeca nu eenmaal voor bewoners met zich mee kan brengen. Horeca is prima, maar handhaving hoort daar ook bij. Leefbaarheid voor horeca-gasten en voor bewoners, gaan hand in hand.

Bremmer voegde er nog aan toe dat het hem niet  alleen specifiek ging om deze vergunning.  De Voorstraat is monumentale straat, hét gezicht van Voorschoten, de belangen van bewoners hebben daarbij ook recht op waardering.

Wethouder Cramwinkel zegde  CDAér  Cees Bremmer toe de vinger aan de pols te houden en de gemeenteraad goed te informeren over de voortgang van inspraak en reacties van omwonenden bij  de verdere procedure.

Back To Top