De Nederlandse woningmarkt zit op slot en Voorschoten is hierin geen uitzondering. Koop en huurprijzen zijn hoog. Dit is verklaarbaar aangezien de vraag naar woningen alsmaar stijgt, terwijl het aanbod nauwelijks mee gaat. Vooral goedkopere woningen – voor zover hier nog sprake van kan zijn – lijken niet meer voorhanden. 

In een nobel streven van het college, wordt daarom door de wethouder voor woningbouw in Voorschoten een zogeheten vereveningsfonds voorgesteld. VVD-raadslid Bram Reinke:” Dit fonds is bedoeld om ontwikkelaars die sociale huurwoningen en woningen in het zogeheten middensegment willen bouwen financieel te ondersteunen.” Er zijn echter geen financiële middelen om het fonds te vullen. Dit wordt opgelost door boetes op te leggen aan ontwikkelaars van kleine projecten – 4 tot 10 huizen- die geen of onvoldoende sociale woningen bouwen. Die boetes bedragen naar gelang het te bouwen woningtype enkele tonnen.

Bram Reinke geeft aan dat VVD zeker niet tegen een stimuleringsfonds is. Iedereen ziet dat het niet goed gaat op de woningmarkt en de gemeente mag best een steentje bijdragen. Het voorstel vindt hij echter ondoordacht en het bevat een klassieke denkfout. Woningbouw wordt door de overheid vaak sterk beperkt, zo ook in Voorschoten: er gelden ruimtelijke restricties, een monumentstatus wordt eenvoudig verschaft en in de afgelopen raadsperiode zijn talloze extra milieueisen gesteld aan bouwen, zoals aan het te gebruiken beton of zeer complexe hemelwaterregelgeving. Allemaal goede bedoelingen, maar er is slechts één reden waarom woningen zo duur zijn en dat is schaarste. Nu komt er dus nog een obstakel bij voor de bouw van kleinschalige projecten. Hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat ook een kleine ontwikkelaar een marktprijs betaalt voor grond. Kleine projecten worden door torenhoge bouwboetes onrendabel gemaakt.

Bovendien is het een misvatting dat alleen het bouwen van betaalbare woningen leidt tot het openen van de woningmarkt. Een nieuwbouwwoning leidt tot een keten van verhuizingen die eindigt bij een de persoon die geen woning meer achterlaat. Een nieuwe twee-onder-een kap woning kan betrokken worden door iemand uit een duurder rijtjeshuis, dat duurdere rijtjeshuis wordt weer bewoond door iemand uit een goedkopere woning, etc.

Bram Reinke zou liever zien dat het college aanzet tot deregulering. Er is maar één oplossing tegen te dure huizen, en dat is bouwen, bouwen en nog eens bouwen.   

Back To Top